Conferentie 2018 – Blok 4
Vrijdag 2 november 2018
20.15 – 21.45: Blok 4
Lezing 3
Aldrik Velders
BioNanoTechnologie is een samenstelling van verschillende buzz-woorden (Nano,Bio, Technologie, Nanotechnologie, Biotechnologie) en het behelst inderdaad vele verschillende disciplines. In mijn vakgroep in Wageningen, onderzoeken we (in de ogen van een chemicus) zeer grote en complexe nanomaterialen, ordegroottes groter dan de ons vertrouwde moleculen. Behalve het maken, is ook het karakteriseren daarvan een uitdaging. Aan de ene kant passen we klassieke technieken toe (en aan) om dit soort grote systemen te bekijken, zoals bijvoorbeeld NMR, kernspinresonantie, spectroscopie. Aan de andere kant gebruiken we ook state-of-the-art elektronenmicroscopie om over meerdere lengte-, en tijdsschalen tegelijk complexe hiërarchisch opgebouwde structuren te karakteriseren. Behalve het maken en bestuderen van bio/nanomaterialen, is een andere onderzoekslijn gericht op het miniaturiseren van analytische apparatuur, om het gebruik en toepassingsgebied daarvan uit te breiden. Dit doen we met name met optische en magnetische resonantie technieken. Het miniaturiseren blijkt niet alleen systemen goedkoper te maken, maar soms ook nog veel gevoeliger.
Lange werkgroepen
Jacques de Goede
Hoe krijgt het vak scheikunde vorm in de context van het bedrijfsleven? De afgelopen jaren hebben de tweedegraadsopleidingen scheikunde in NL hier veel aandacht voor, om zo de studenten beter in staat te stellen hun eigen leerlingen te laten oriënteren op een loopbaan in het (technologisch) bedrijfsleven en op die manier het keuzeproces van de leerling beter te kunnen begeleiden. In het eerstegraadsgebied lijkt hier veel minder aandacht voor te zijn. Op dit gebied is winst te behalen.
In deze workshop wordt ingegaan op het belang van het leggen van de relatie met het bedrijfsleven en op welke manieren je dit direct zou kunnen vormgeven.
Shirley Wouters en Lisanne Bronzwaer
Het doel van het STEMitUP project is het versterken van STEM-onderwijs (science, technology, engineering, mathematics). Dit gebeurt door het bètaonderwijs op het voortgezet onderwijs meer te koppelen aan ondernemerschap en de praktijk van het bedrijfsleven. Hiervoor zullen trainingen gegeven worden aan docenten en wordt er lesmateriaal ontwikkeld voor in de klas.
STEMitUP biedt bètadocenten innovatieve en leuke educatieve tools en voegt een ondernemende laag toe aan STEM-onderwijs. Dit helpt jongeren wetenschap en technologie te gebruiken om problemen uit de echte wereld op te lossen, creatief te denken en bij te dragen aan hun omgeving. STEMitUP-activiteiten zullen de nadruk leggen op innovatie en het tegemoetkomen aan de toekomstige behoeften van de maatschappij, terwijl tegelijkertijd de ondernemersmindset van jongens en meisjes worden gestimuleerd, zodat zij STEM-ondernemerschap als een serieuze optie overwegen binnen hun carrière-keuze.
Tijdens deze werksessie ga je aan de slag met praktische activiteiten voor in de klas en geven we docenten handvaten om het bètaonderwijs te koppelen aan de ontwikkeling van ondernemende vaardigheden bij leerlingen en de koppeling naar de beroepspraktijk. Na deze werksessie wordt de training verder ontwikkeld. Daarom vragen wij docenten ook om hun ideeën over de verdere vormgeving van deze training voor docenten.
Emiel de Kleijn en Coen Klein Douwel
Weer een hoge N-term voor het vwo-examen. Naast de lengte wordt ook de moeilijkheidsgraad als oorzaak benoemd van tegenvallende resultaten. Een groep docenten merkt een toegenomen spreiding op in de resultaten en wijt dit aan een toegenomen gewicht van productie en redeneervragen. Het correctiemodel is na versnelde correctie aangepast en zou dus minder problemen moeten opleveren dan voorgaande jaren.
In deze werkgroep analyseren we een deel van het eerste tijdvak vwo-examen 2018, het bijbehorende correctiemodel en de (examen)resultaten. In deze werkgroep gaat het er vooral om wat we van dit examen kunnen leren voor de toekomst. De volgende vragen zullen aan bod komen: Wat was er nieuw/anders bij dit examen? Hoe hebben de leerlingen gescoord op deze onderdelen?
De vraag hoe je je leerlingen (beter) kan voorbereiden op de nieuwe examens wordt behandeld aan de hand van lesmateriaal van het Christelijk Lyceum Veenendaal. Enkele opdrachten over Groene chemie, kunststoffen en een biochemische context worden daarbij gepresenteerd en geanalyseerd.
Tip: breng de examenresultaten van je eigen vwo leerlingen van schooljaar ’17-’18 mee zodat je die tijdens deze werkgroep kunt vergelijken en bespreken met collega’s.
Emiel de Kleijn E: e.dekleijn@slo.nl
Coen Klein Douwel E: coenkd@gmail.com
Hans Vogelzang en Remko Schoot Uiterkamp
Inhoudelijk veranderen de chemische begrippen die op de middelbare school aan de orde komen niet meer. Een reductor blijft een deeltje dat elektronen kan afgeven en een waterstofatoom geeft maximaal één elektron af.
Hoe we onderwijs geven verandert wel. De aandacht verschuift van onderwijzen door de docent naar leren door de leerlingen. In de werkgroep delen we ervaringen uit onze eigen lessen. We laten zien hoe we games, formatieve toetsen en de scrum methodologie hebben ingezet. We gaan in op het waarom? Wat ging er goed, en waar zijn we nog niet tevreden over. We gaan in op reacties van leerlingen: werkte de gekozen aanpak als katalysator voor hun leerproces? Wat is de opbrengst? Wanneer werkte de aanpak als inhibitor? Kunnen we grip krijgen op de onderliggende mechanismen?
In de tweede helft van de werkgroep brengen we de theorie in praktijk. We vormen kleine groepjes met behulp van de scrum methodologie. Elke groep ontvangt de spelregels van een zuurbase-game. Elke groep creëert vervolgens zo snel mogelijk een Roemeense vlag! De game krijg je na afloop mee, en is geschikt als formatieve toets in bijvoorbeeld 5 Vwo.
Loïs van Kampen en Jenny Hoefnagels
In deze werkgroep staat het ‘micro macro denken’ centraal. In het voortgezet onderwijs komt deze vaardigheid namelijk steeds meer terug in het examenprogramma. We presenteren ons vakdidactisch product wat is verschenen in de NVOX waarbij we onze ideeën met jullie willen delen. Daarnaast is er ruimte om van- en met elkaar ideeën uit te wisselen in de vorm van een workshop. Graag laten we zien dat het niet gelijk een groot practicum hoeft te zijn, maar dat met een kleine lesactiviteit deze vaardigheid al geoefend kan worden.
Fer Coenders en Marijn Meijer
Vanuit de regionale vaknetwerken scheikunde zijn ontwikkelteams bezig om SE opgaven te construeren voor die domeinen die niet in het CE getoetst worden. De opdracht aan deze ontwikkelteams is om kwalitatief goede context-rijke opgaven te ontwikkelen die voorzien zijn van de gebruikelijke parameters: toetsmatrijs, antwoordmodel met puntenverdeling, RTTI (OBIT). Kwaliteitscontrole wordt gerealiseerd door onderlinge uitwisseling. Goedgekeurde opgaven worden in een databank opgenomen en beschikbaar gesteld aan de docentengemeenschap.
In deze werkgroep zal het doel van de ontwikkelteams kort worden toegelicht en daarna gaan de deelnemers aan de slag met het zelf beoordelen van enkele opgaven die al ontwikkeld zijn. Aan de hand van recente ontwikkelingen worden de deelnemers uitgedaagd om nieuwe ideeën en wensen aan te reiken.
Lodewijk Koopman en Esther de Waard
De bètavakken kennen veel samenhang. De huidige examenprogramma’s voor biologie, natuur- en scheikunde bieden al veel mogelijkheden om hiervan gebruik te maken. Het blijkt echter moeilijk dit in de praktijk te brengen. Ook lijkt het wel eens of leerlingen vakkennis in een eigen vakje op te slaan, waardoor het moeilijk is om er in een andere context gebruik van te maken.
In deze werkgroep kijken we hoe we op een betekenisvolle manier meer samenhang kunnen aanbrengen in onze lessen biologie, natuur- en scheikunde. Welke vragen moeten we leerlingen stellen zodat ze hun vakspecifieke kennis op een meer diepgaande manier integreren? Welke voorbereiding is hiervoor nodig? En hoe werk je met je collega’s samen?
We bespreken deze onderwerpen en vragen aan de hand van een lessenserie die als onderdeel van een postdoconderzoek is ontwikkeld. De lessenserie gaat over biobrandstoffen en gebruikt de levenscyclusanalyse (LCA) als tool om leerlingen met meer diepgang verschillende vakinhoud met elkaar in verband te brengen.
De opbouw van de werkgroep (onder voorbehoud):
– Inleiding en voorbeelden (30 min)
– Werkgroep: eigen ideeën uitwerken (45 min)
– Uitwisseling en conclusie (15 min)
Jan Apotheker
Ethiek en duurzaamheid zijn onderwerpen die langzamerhand meer aandacht vragen in ons onderwijs. De ‘Sustainable development goals’, die door de Verenigde Naties zijn opgesteld, zijn voor velen een inspiratie bron voor onderwijs, dat gericht sop het oplossen van die problemen. Maar ook ethische vragen, die daaraan gekoppeld zijn spelen daarbij een rol. Het gat daarom specifiek om vragen die aan een chemicus gesteld kunnen worden. Met name de vraag,’ hoe gebruiken we onze kennis op een ethisch verantwoorde manier?’ staat centraal in een stuk over kernwaarden in de chemie van de KNCV. Rondom die kernwaarden is door de KNCV onderwijsmateriaal ontwikkeld, waarin aan de hand van een concreet geval(casus) besproken wordt hoe je daar als chemicus mee om zou gaan. Je wordt geconfronteerd met en dilemma, waarin jezelf/ cq de een leerling moet besluiten wat je zou doen in zo’n situatie. Aan de hand van een serie gestructureerde vragen wordt de discussie vorm gegeven, waardoor met name de eigen rol en verantwoordelijkheid duidelijk wordt.
In de workshop wordt het materiaal gepresenteerd en kun je het materiaal ook zelf ervaren.
Gjalt Prins en Ton Bominaar
Katalyse is vakgebied in de chemie dat momenteel sterk in de belangstelling staat door o.a. haar (potentiele) bijdrage aan groene chemie en duurzaamheid. Mede daarom vindt er veel onderzoek naar katalyse plaats. Het onderzoek naar katalytische processen valt te typeren als ‘data-driven research’. Via empirische data wordt de werking van katalysatoren op moleculaire schaal bestudeerd en ontrafeld. In het scheikunde curriculum op het middelbaar onderwijs wordt aandacht besteed aan katalyse, vaak in de context van reactiekinetiek. In deze werkgroep presenteren we een lesbrief waarin katalyse als begrip centraal staat. De lesbrief laat leerlingen via het doen van experimenten begrip ontwikkelen over katalyse. Na de introductie, waarin het belang van kennis over katalyse wordt onderstreept, doen leerlingen allereerst kennis op van resp. homogene -, heterogene – en biokatalyse aan de hand van de ontleding van waterstofperoxide. In het tweede deel van de lesbrief onderzoeken leerlingen zelf de katalytische werking van een aantal stoffen voor de ontleding van waterstofperoxide. In deze werkgroep voeren we de hoofdactiviteiten uit die ook in de lesbrief staan en bespreken we de bruikbaarheid in de klas en de eventuele meerwaarde voor leerlingen.
Henriette klein Bluemink
Tijdens deze workshop van de TOADOT van de UT Enschede ga je zelf aan het werk zoals eenieder die al vaker bij ons een workshop heeft gevolgd wel weet.
Ook deze keer nemen we weer leuke practica mee. Wat het wordt? Kom het beleven!
Wat we wel verklappen is dat je lekker aan het werk gaat, tijd hebt om met andere toa’s te kletsen over de practica. Je mag op en aanmerkingen geven aan de workshopleiders zodat we samen tot een practicum komen dat staat als een huis.
Deze keer krijg je geen boekje mee met alle practica, deze kun je nl vinden op onze site www.utwente.nl/pro-u in de map docentontwikkelteams, mapje DOT TOA.
Tot ziens
Henriette klein Bluemink
Evelien Lingeman
Een beroep of studierichting kiezen is al moeilijk genoeg en wordt er niet makkelijker op wanneer je te jong bent om het beroep ook écht te beleven. Dit is echter wel het geval voor veel jongeren die interesse hebben in een beroep in de chemische sector.
Door de scherpe veiligheidsregels in fabrieken en laboratoria is het lastig om met leerlingen een kijkje achter de schermen te nemen. Hierdoor hebben ze slechts beperkte kennis van de mogelijkheden die de chemische sector biedt en zijn hun ervaringen vaak passief omdat het enige beschikbare voorlichtingsmateriaal tekst of film is.
Daarom is c3 begonnen met het ontwikkelen van Virtual Reality beroepsvoorlichting. Hiermee maken we het mogelijk mee te lopen met professionals die normaal gesproken achter gesloten deuren werken.
Tijdens deze workshop delen we onze aanpak voor het ontwikkelen van de films, gaan we ze samen bekijken en werken we samen aan een goede vorm om de films de klas in te brengen.
Andrea van Bruggen- van der Lugt en Suzy Maljaars
Escape Rooms zijn sinds een aantal jaar enorm populair als recreatief uitje. Maar ook in het onderwijs kunnen Escape Rooms prima worden ingezet, om leerlingen op een leuke en uitdagende wijze zelf aan de slag te laten gaan. Ook voor scheikunde zijn er al succesvolle voorbeelden van het gebruik in onder- en bovenbouw.
Wat gaan we doen?
In de workshop zetten we de do’s en don’ts op een rij en laten we voorbeelden en materialen zien. Daarna gaan we in verschillende groepen aan de slag; docenten die voor het eerst aan de slag gaan, en mensen die al eens een ER gemaakt hebben.
Erik Meij
Onderwijs gaat over leren en dus is een docent bij uitstek iemand die weet hoe leren werkt. Je maakt je dagelijkse didactische keuzes op basis van wat je weet over leren, bewust of onbewust. Dat is een paradigma van waaruit we vertrekken ion onderwijs.
Uit onderzoek blijkt dat de beelden die ß-docenten hebben van leren nogal uiteenlopen. Van rotsvaste overtuigingen tot losse flarden, van theorieën tot principes tot intuïties.
In deze workshop gaan we eerst op zoek naar onze eigen ideeën, beelden en overtuigingen en de uitkomsten zullen we, toegespitst op het doceren van chemie, bespreken en vertalen naar uw dagelijkse praktijk.
Linda Grotenbreg
De mensheid staat voor grote uitdagingen. Komt 2050 dan is de verwachting dat er 9,7 miljard monden gevoed moeten worden. In de tussentijd moet de impact van de mensheid op de natuur en het klimaat drastisch omlaag.
Om voedselzekerheid en voedselveiligheid te kunnen garanderen moeten we op zoek naar alternatieve methoden van voedselproductie.
Riverfood, gevestigd te Leiden en opgericht in 2015, streeft er naar om ‘gezond voedsel voor iedereen, overal’ te produceren. Er wordt een combinatie van aquaponics en vertical farming gebruikt waardoor, in een kringloop, meerdere lagen groente en fruit sámen met vis (en andere eetbare waterdieren) gekweekt kunnen worden. Hiermee is duurzame voedselproductie op maat mogelijk – zonder gebruik van pesticiden en antibiotica en met minimale afvalstromen – zowel buiten, als binnen in (stads)panden.
In deze werkgroep zullen we aan de hand van de ontwikkelde educatieve materialen – docentenhandleiding, leerlingwerkboek (vwo bovenbouw) en bijbehorende animaties – het principe van aquaponics doorlopen en duiken we in de chemische processen die een rol spelen in deze voedselproducerende kringloop.
Aan het einde heeft iedereen een eigen miniatuur aquaponicssysteempje en een scala aan mogelijke practica-, profielwerkstuk- en project ideeën om in de klas mee aan de slag te gaan.